Als het van je IPT afhangt, ga je misschien beter nog niet op pensioen
Ook al ben je erin geslaagd om op een leeftijd te komen dat je het wettelijk pensioen kan aanvragen of heb je voldoende werkjaren op de teller staan, dan kan het als bedrijfsleider toch financieel interessant zijn om nog een paar jaar te blijven werken. Tot op het moment dat het kapitaal van je IPT aan het minimumtarief van 10% belast wordt meer bepaald.
Wie in België aan de voorwaarden voldoet om op (vervroegd) pensioen te gaan, mag dat doen maar moet dat niet per se. Wie beslist om van het pensioenrecht gebruik te maken, moet zijn pensioen bijgevolg actief aanvragen. De wettelijke pensioenleeftijd voor wie geboren is voor 1960 is vastgesteld op 65 jaar. Wie daarna het levenslicht zag zal ofwel tot 66 of zelfs 67 jaar moeten werken. Allen wie voldoende loopbaanjaren kan bewijzen, kan van deze regel afwijken en alsnog eerder de stekker uit zijn actieve beroepscarrière trekken.
Denk aan de belasting op je IPT-pensioenkapitaal
Als bedrijfsleider kan het echter lonen om dat niet te doen en nog een aantal jaar actief te blijven of tenminste de sociale bijdragen voor je hoofdberoep te blijven betalen. Dat heeft alles te maken met de uitbetaling van je IPT-pensioenkapitaal (tweede pijler). Die uitbetaling gebeurt automatisch zodra je het wettelijk pensioen aanvraagt. De som wordt vervolgens belast tegen een tarief die afhankelijk is van je leeftijd op het ogenblik van de uitkering en/of de vaststelling dat je een volledige loopbaan hebt gepresteerd. Alleen wie de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt of een pensioenloopbaan van 45 jaar kan aantonen, zal belast worden aan het minimumtarief van 10%. Zo niet is dat in het beste geval 6,5% méér. Een substantieel verschil dat het misschien toch verleidelijk maakt om nog even te wachten vooraleer je de riem volledig van de aandrijfstang haalt.