Federale regering berekent KI voor tweede verblijven in het buitenland
De ministerraad besliste vrijdag dat inkomsten uit private verhuur in het buitenland voortaan op dezelfde manier zullen belast worden als in eigen land. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem wil voor tweede verblijven in het buitenland een kadastraal inkomen (KI) berekenen. Op die manier wordt de ongelijkheid weggewerkt die het Europees Hof al tot twee keer toe had aangeklaagd.
De Europese Commissie is al langer van oordeel dat de Belgische belasting op tweede verblijven niet strookt met het vrije verkeer van kapitaal. Voor de verhuur van een tweede verblijf in het buitenland moet je momenteel immers je reële inkomsten aangeven. Omdat het over een inkomen gaat dat in het buitenland al belast is, geldt in België een vrijstelling indien het gaat over landen waarmee België een belastingverdrag heeft. De inkomsten tellen echter wel mee voor de berekening van het progressief belastingtarief op je totale inkomen. Voor niet verhuurde eigendommen of eigendommen die je privé verhuurt in eigen land volstaat het om het KI aan te geven.
Het Hof stuurde vorige maand een boete van 2 miljoen euro richting Brussel, verhoogd met een dwangsom van 7.500 euro per dag dat de ongelijkheid nog langer zou duren.
België als uitzondering
In de Europese Unie is België het enige land dat geen belasting heft op reële huurinkomsten van particulieren. De simpelste oplossing was bijgevolg geweest dat ons land zich aansloot bij de andere lidstaten, zodat ook de binnenlandse verhuur voortaan belast zou worden op basis van de reële inkomsten. De regering koos echter voor de moeilijke weg, waarbij voor elk tweede verblijf dat voor de private verhuur wordt aangeboden een KI zal bepaald worden. Voor de meeste verhuurders is dat een fiscale meevaller.
Wie een eigendom in het buitenland heeft, kan dat tot 31 december 2021 spontaan aangeven aan de Administratie Opmetingen en Waarderingen, die het KI zal bepalen op basis van de informatie waarover het beschikt. De nieuwe regeling gaat in vanaf het aanslagjaar 2022 (inkomsten van 2021).
Huurinkomsten van bedrijven worden wel belast op basis van de reële inkomsten. Dat geldt ook voor particulieren die hun eigendom verhuren aan iemand die het beroepshalve gebruikt.