‘Gratis’ lenen van je vennootschap kostte 10,20%

Tenzij het een balpen is om je belastingformulier in te vullen, is lenen zelden gratis. Ook niet als je van je eigen vennootschap leent. Vorig jaar betaalde je 10,20% rente, weten we sinds begin deze maand. Het tarief voor dit ‘voordeel alle aard’ wordt immers pas bekendgemaakt in de eerste maanden van het jaar na het inkomstenjaar.

Via de rekening-courant van je vennootschap geld opnemen, komt neer op een lening aangaan. De fiscus is het er echter niet mee eens dat je jezelf voor dit ‘voordeel alle aard’ (VAA) geen kost aanrekent, dus doet ze dat zelf via de privébelastingen. Het tarief van deze ‘fictieve debetrente’ wordt telkens bekendgemaakt in de eerste maanden van het jaar nadien. Voor inkomsten in 2019 bedroeg die nog 8,78% en dat steeg voor inkomsten uit 2020 naar 10,20%.

Lenen aan je venootschap

Als vennoot of bestuurder kan je ook geld lenen áán je vennootschap. In dat geval zal het bedrag ingeschreven worden op de rekening-courant onder ‘diverse schulden’. De vennootschap kan je op het tegoed wel 4,06% interesten betalen. Die zijn aftrekbaar in de mate de rekening-courant niet hoger is dan de som van de belaste reserves (bij het begin van het boekjaar) en het gestorte kapitaal (aan het einde van het boekjaar). Je vennootschap moet op die interesten wel 30% roerende voorheffing inhouden.