Liquidatiereserves uitbetalen kan vanaf 1 januari

Net geen 13,84% roerende voorheffing in plaats van 30%

Het stelsel van de liquidatiereserves maakt het mogelijk om minder belastingen te betalen als je winst uit een kleine vennootschap overbrengt naar je privévermogen. Bij de aanleg van de reserve betaal je immers 10% en bij de uitkering nog eens 5%. Belangrijke voorwaarde is dat de reserve 5 jaar lang een wachttijd uitzit.

In 2015 werd de regeling in verband met de liquidatiereserves definitief. Vennootschappen die in dat aanslagjaar reserves aanlegden, betaalden meteen 10% roerende voorheffing maar moesten vervolgens nog een wachttijd van 5 jaar in acht nemen. De eerste reserves kunnen bijgevolg vanaf 1 januari 2020 uitgekeerd worden, na een beslissing van de algemene vergadering, en mits een bijkomende heffing van 5%.

Dubbel voordelig

Door de bijzonder manier van berekenen bedraagt de belasting in totaal net geen 15%. Terwijl aan een klassieke uitbetaling van een dividend een prijskaartje van 30% roerende voorheffing hangt. Een voordelige regeling dus, al kan het natuurlijk nog goedkoper. Wie kan wachten tot het moment dat de vennootschap wordt stopzet, betaalt de 5% niet.

Tijdens de verplichte wachttijd blijft de liquidatiereserve voor de vennootschap beschikbaar om te investeren of te beleggen. Ook daaruit kan bijgevolg extra voordeel gehaald worden.

Meer weten? Aarzel niet om ons te contacteren.