Meer cash door structurele aanpassing btw-regels

Met de afschaffing van het ‘kerstvoorschot’ en het wegwerken van de ongelijkheid met betrekking tot de teruggave van btw-tegoeden heeft de regering de cashflow van ondernemingen structureel willen verbeteren. Een paascadeau van de overheid, met dank aan corona.

Btw-plichtigen waren tot nog toe verplicht om de btw-administratie elk jaar een kerstcadeau te doen. Tegen 24 december van elk kalenderjaar verwachtte de fiscale overheid een voorschot over de transacties van het vierde kwartaal (kwartaalaangevers) of december (maandaangevers). Het decembervoorschot kon dan later verrekend worden met een toekomstig verschuldigd btw-bedrag maar had voor veel bedrijven instant een ingrijpende impact op de liquiditeit.

Vorig jaar werd het btw-decembervoorschot naar aanleiding van de coronacrisis voor het eerst eenmalig geschrapt maar recent werd het voorgoed in de geschiedenisboeken geschreven. De maatregel werd zelfs uitgebreid tot het voorschot inzake bedrijfsvoorheffing.

Verlaging minimumdrempels voor teruggave btw

En er is nog goed nieuws. Ook de drempels voor de teruggave van btw-tegoeden werden verlaagd. De drempels voor btw-plichtigen met een Belgische btw-registratie verschilden in het verleden drastisch van de drempels die golden bij teruggaveverzoeken door buitenlandse belastingplichtigen zonder Belgisch btw-nummer.

Nu die ongelijkheid werd weggewerkt, kunnen voortaan ook kleinere btw-tegoeden teruggevraagd worden. Het bedrag voor maandelijkse teruggaaf en voor het laatste aangiftetijdvak van het jaar wordt geharmoniseerd naar 50 euro, in plaats van 245 euro. Het driemaandelijkse drempelbedrag voor de periodieke btw-aangiften wordt 400 in plaats van 615 of 1.485 euro.