Nieuwe tarieven voor vergoedingen binnenlandse dienstreizen

Werknemers die op hun werkdag minstens 6 uur binnen de landsgrenzen op de baan zijn kunnen daarvoor een forfaitaire belastingvrije vergoeding krijgen. Op 1 februari werd het bedrag geïndexeerd en bedraagt nu 18,11 euro. De aanvullende forfaitaire vergoeding voor werknemers die ook niet thuis kunnen overnachten wordt opgetrokken tot 135,85 euro per nacht.

Wie voor het werk de baan op moet, maakt kosten voor bijvoorbeeld maaltijden. In plaats van bonnetjes binnen te brengen bij de werkgever kan die ervoor kiezen om een forfaitaire dagvergoeding uit te keren. Vanaf 1 februari 2022 mag die maximaal 18,11 euro per dag (voorheen 17,75 euro) bedragen om belastingvrij te zijn. Op voorwaarde dat:

  • De dagvergoeding wordt toegekend in functie van het aantal effectieve verplaatsingen.
  • De duur van de verplaatsing minimaal 6 uur bedraagt.
  • De werkgever of een derde de maaltijden niet vergoeden of via een ander voordeel (bijvoorbeeld bedrijfsrestaurant) dekken.
  • Als de werknemer ook maaltijdcheques krijgt, moet de werkgeverskost daarvan afgetrokken worden van de forfaitaire vergoeding.

Om te vermijden dat je moet bewijzen dat je voor elke dagvergoeding wel degelijk 6 uur op de baan bent geweest, kan de werkgever ook voor een maandelijkse forfaitaire vergoeding kiezen. Die mag nooit hoger liggen dan 289,76 euro, of 16 keer de dagelijkse forfaitaire vergoeding.

Aanvullende vergoeding voor verblijfskosten

Er bestaat ook een aanvullende forfaitaire vergoeding voor verblijfskosten, bedoeld voor werknemers die ’s avonds niet naar huis kunnen en in België op verplaatsing moeten overnachten. Ze kunnen de forfaitaire, belastingvrije vergoeding van 135,85 euro per nacht (voorheen 133,18 euro) enkel krijgen als:

  • noch de werkgever, noch een derde de kost van huisvesting op zich neemt.
  • de verplaatsing niet gepaard gaat met een voordeel van dezelfde aard.

Voor de RSZ moet de werknemer minstens gedurende 4 opeenvolgende uren op weg zijn om recht te hebben op een forfaitaire vergoeding van 10 euro. Als hij in die tijd ook zijn honger stilt, komt daar 7 euro bij.