Overuren in de horeca en de bouwsector

Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
Om de arbeidskost in de horecasector en voor werken in onroerende staat te verlagen wordt een bijkomende lastenverlaging voorgesteld voor de overuren in beide sectoren (zowel voor de werknemer als voor de werkgever). Dit om de werkgevers aan te moedigen de overuren effectief aan te geven.
Het in artikel 275-1, zesde lid WIB 92 bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt opgetrokken tot 180 uren (nieuw artikel 275-1, zevende lid WIB 92) voor :
  • de werkgevers die in elke plaats van uitbating gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem, zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, en die deze kassa overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de belastingadministratie;
  • de werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op voorwaarde dat zij gebruik maken van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem ingevoerd bij de Wet van 27 december 2012 tot invoering van de elektronische registratie van aanwezigheden op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Deze verhoging van het aantal uren treedt in werking op 01.01.2014, met uitzondering van de bepaling met betrekking tot de werken in onroerende staat, die in werking treedt op het moment dat het controlesysteem in werking treedt.
Belastingvermindering
De belastingvermindering in de personenbelasting wordt in dezelfde zin als de regeling voor niet-doorstorting van bedrijfsvoorheffing aangepast, zodat ook voor 180 uren een belastingvermindering kan worden verkregen (nieuw artikel 154bis, derde lid, WIB 92).

Op de hoogte blijven?